De Nederlandse landgebonden kansspelsector bevindt zich op een kritiek punt. De voorgenomen verhoging van de kansspelbelasting van 30,5% naar 37,8% zou niet alleen de sector, maar juist ook de schatkist, speler, en maatschappij zwaar treffen. Dat zegt branchevereniging VAN Kansspelen die aan de bel trekt in dit interview met directeur Daan Keij en voorzitter Henry Meijdam.
In april vorig jaar werd Henry Meijdam aangekondigd als nieuwe voorzitter van branchevereniging VAN Kansspelen. Per 1 mei kwam Daan Keij aan boord als directeur. Twee nieuwe stuurlui dus bij de organisatie die de gereguleerde speelautomatenbranche in Nederland vertegenwoordigt, en er wachtte ze een zware taak.
De branche staat er niet goed voor. De corona-jaren hebben diepe financiële wonden achtergelaten. De in 2023 én 2024 verhoogde kansspelbelasting (Ksb) en het voornemen om deze nogmaals fors te verhogen, zorgt er nu voor dat het voortbestaan van de branche helemaal in de waagschaal gesteld wordt.
CasinoNieuws.nl ging langs in Den Haag bij VAN Kansspelen voor een gesprek over kansspelbelasting, de noodzaak van een legale gokmarkt, en de relatie met de brancheverenigingen die de online gokmarkt vertegenwoordigen. Maar we beginnen met de relatie die Meijdam en Keij hebben met gokken.
Hoe zijn jullie in de gokbranche terecht gekomen?
Henry Meijdam: Ik ben gebeld of ik geïnteresseerd zou zijn om voorzitter te worden van VAN Kansspelen. In mijn loopbaan vind je twee rode lijnen:
Er moet altijd iets van een maatschappelijk en bedrijfsmatig belang aan verbonden zijn. Dat vind ik leuk.
“Als het allemaal goed loopt en er moet alleen op de winkel worden gepast, mij niet bellen.”
Henry Meijdam, VAN Kansspelen
Daarnaast hou ik van clubs waar iets aan de hand is en waarvoor gestreden moet worden. Als het allemaal goed loopt en er moet alleen op de winkel worden gepast, mij niet bellen. Op het moment dat er wat aan de hand is en er moeten veranderingen doorgevoerd worden, dan vind ik het interessant.
Deze branche vond ik met name interessant omdat ik het gevoel heb dat de overheid op dit vlak op twee gedachten hinkt. Enerzijds vinden ze dat er legaal gokspel mogelijk moet zijn, anderzijds doen ze er alles aan om ons het leven moeilijk te maken.
Ik denk dat er een keuze gemaakt moet worden. Of je vindt dat legaal gokspel mogelijk moet zijn en dan moet er ruimte zijn om te ondernemen op de verantwoorde manier die we met elkaar in de wet hebben afgesproken en die zeker voor wat betreft de landgebonden branche al vele jaren zijn beleidsmatige waarde bewijst. Of je vindt dat dat er niet moet zijn en dan moet je je helemaal richten op het handhavingsinstrumentarium. Daarvan weten we allemaal dat dat nooit in zijn totaliteit in staat zal zijn om de menselijke neiging om te willen gokken volledig af te grendelen.
Daan Keij: Op een aantal punten zullen we ongetwijfeld verschillen, maar als ik Henry zo hoor over zijn drijfveren dan lijken we ook op elkaar. Ik heb zelf geen achtergrond in deze branche. Zowel zakelijk als persoonlijk niet. Maar net als Henry hou ik van plekken waar je niet op de winkel hoeft te passen en waar iets aan de hand is.
Wat werkzaam leven betreft: ik was eigenlijk nog maar net met de studie bestuurskunde begonnen toen mijn eerste serieuze baan zich al aandiende, als fractiemedewerker van Tweede Kamerleden.
“Wat ik hier het eerste jaar heb meegemaakt, overstijgt dat allemaal.”
Daan Keij, VAN Kansspelen
Vanuit die ruim vijf jaar in de politiek ben ik de wereld van public affairs en al snel brancheverenigingen ingerold. Eerder heb ik onder meer gewerkt voor een adviesbureau, de NVM, Bovag, en Nederlandse Brouwers. Dat zijn ook werkterreinen waar nog wel eens een pittige discussie loopt en ik was daar dan ook best wat gewend. Maar wat ik hier het eerste jaar heb meegemaakt, overstijgt dat allemaal.
Het is begrijpelijk dat het kansspelbeleid onder een gezond kritisch vergrootglas ligt, zeker als je met elkaar kijkt hoe een net gelegaliseerd segment functioneert. Dat zo’n situatie een keer handig wordt aangegrepen door een Kamerlid om een meer ideologisch of religieus gemotiveerd standpunt kracht bij te zetten, zie je ook wel vaker. Maar de mate waarin dit op dit beleidsterrein doorschiet in politiek opportunisme en het Pavlov-effect om maar zwaarder te belasten, is ongekend. En vooral ook van averechts effect en ronduit maatschappelijk schadelijk.
Is het fair om te zeggen dat jullie zijn binnengekomen als crisisteam?
Henry Meijdam: De VAN bevindt zich in het tijdsgewricht waarbij de offline operatie – dus het hebben van fysieke casino's en fysieke gelegenheden waar mensen het kansspel kunnen uitoefenen – onder druk staat.
Als je kijkt naar het maatschappelijk sentiment, dan bestaat nog heel erg de neiging om de branche te benaderen enkel vanuit het perspectief van de zorg voor de speler. Die zorg voor de speler delen wij, dat staat buiten kijf. Maar die zorg komt juist onder druk te staan op het moment dat de zorgplicht zo ver gaat dat het spel onmogelijk wordt gemaakt. Dan gaan die spelers een uitweg zoeken naar het diepste punt, en dat is niet het legale aanbod.
“Als je met zo'n verhaal komt, word je al gauw weggezet als een branche die huilie huilie komt doen.”
Daan Keij
Daan Keij: Er wordt nog wel eens vergeten dat het gros van de spelers af en toe komt en dan een leuke avond beleeft. Het casino is voor verreweg het grootste deel van de bezoekers een onderdeel van een avond waar ze ook een hapje eten en nog de kroeg ingaan of de bioscoop bezoeken. Er is in de beeldvorming evenwel focus op de specifieke groep spelers die kan neigen naar problemen. Voor een deel terecht, want preventie is een kerntaak voor onze branche en we voorzien in een maatschappelijke functie om mensen af te houden van illegaal en problematisch gokken. Maar soms lijkt de focus wel wat eenzijdig daarop.
Als je naar de LADIS-cijfers kijkt – en die heb je ongetwijfeld voorbij zien komen – dan kun je daaruit afleiden dat het in de basis op zich best goed gaat met de preventie en het voorkomen dat mensen in de problemen raken. Gelukkig, daar zetten we ons ook erg voor in. Het bevestigt dat met levensvatbaar gereguleerd aanbod, verslavingscijfers binnen de perken en omlaag kunnen worden gebracht. Die dalende lijn zetten we graag voort, maar dan moet de levensvatbaarheid, of in termen van NSC “de bestaanszekerheid” van de legale branche wel geborgd worden op basis van goed bestuur. Daar zien we nu al een paar jaar het tegenovergestelde gebeuren.
Toen wij binnenkwamen bij de VAN was het al geen rozengeur en maneschijn voor de sector, dat klopt. Het was ons al bij onze aanstelling duidelijk dat er werk te doen was. Na de lockdowns en extra maatregelen die de afgelopen vijf jaar zijn opgelegd, was het al duidelijk dat de branche er niet goed voorstond. Met het hoofdlijnenakkoord, althans, de ergens in de financiële bijlage verstopte maatregel om de Ksb wederom en enorm te verhogen, dreigt dat nu nog ernstiger te worden. Daarmee wordt alles behalve de bestaanszekerheid van de gereguleerde branche geborgd. Dit zou neerkomen op een koude sanering van legaal, veilig, en verantwoord offline kansspel, en een stimulans voor illegaal en risicovoller gokken.

De VAN heeft recentelijk een door KPMG opgesteld rapport gepresenteerd. Wat is de boodschap die dat rapport moet onderschrijven?
Daan Keij: Het gaat al een tijd niet goed met de branche. Corona heeft daar absoluut in negatieve zin aan bijgedragen. En zo ook een opeenstapeling van kostenverhogende en omzet drukkende overheidsmaatregelen in de afgelopen vijf jaar. En dan is nu ook al twee jaar op rij de Ksb verhoogd. Dit alles tegen de achtergrond van een al meer dan 20 jaar vastgeroest speelautomatenbesluit, dat geen enkele ruimte voor indexatie en innovatie biedt.
Als je met zo'n verhaal komt, word je al gauw – zeker in het geval van de gokbranche – weggezet als een branche die huilie huilie komt doen. Mensen weten vaak niet hoe impactvol de Ksb is, welke wettelijke beperkingen gelden, en denken daarentegen veelal dat het een branche is waar het geld tegen de plinten klotst.
Als jij juist het tegenovergestelde beweert, dan moet je dat feitelijk en cijfermatig onderbouwen. Je kunt dat beter niet zelf doen, want dan word je niet alleen als Calimero gezien maar ook als Wij van WC-eend. Je hebt een onafhankelijke partij nodig om een objectief onderzoek te laten verrichten. Dat werd in ons geval KPMG omdat die in het verleden al vaker kengetallenonderzoeken over deze branche heeft verricht.
Henry Meijdam: Ik vind dat wij als branche erg op emotie worden beoordeeld en wat minder op de feiten. Daarom, zoals Daan al zei, konden we niet zelf die feiten gaan toeteren want dan denkt iedereen van de kalkoen bepaalt het kerstmenu. Daar hadden we niet zoveel zin in. Daarom hebben we voor een model gekozen waarbij we een onafhankelijke derde hebben laten kijken naar de rentabiliteit van de sector, naar de omzet in de sector, en naar de effecten van de belastingverhoging.
Daan Keij: Henry en ik moesten niet alleen op zoek naar een partij om het onderzoek uit te gaan voeren, we moesten ook de leden bereid vinden om volledig met de billen bloot te gaan. Het onderzoek viel uiteen in twee delen: een wat bredere uitvraag in enquête vorm onder een groot deel van de achterban, én een diepgravend onderzoek in de boeken en cijfers van een selecte groep die qua marktaandeel wel een groot, ruim meer dan representatief deel van de markt beslaat.
“Ik vind dat wij als branche erg op emotie worden beoordeeld en wat minder op de feiten.”
Henry Meijdam
Was het moeilijk om bij de achterban de neuzen dezelfde richting op te krijgen?
Daan Keij: Nee, iedereen was er van doordrongen dat dit nodig was, gezien de situatie. De cijfers die je in het rapport ziet, onderschrijven dat. Wij wisten al hoe het er ongeveer voor stond, maar ik ben hier nog extra van geschrokken moet ik eerlijk zeggen.
De afgelopen vijf jaar waren er veel tegenslagen. Het resultaat zie je in deze cijfers: een omzetdaling van 29%. Speelhallen draaien al vier jaar op rij een gemiddeld verlies van 11%. In de horeca is in een paar jaar tijd 40% van het aantal speelautomaten weggevallen. Enzovoorts. Door de opeenstapeling van maatregelen en ontwikkelingen is een rendabele exploitatie niet of nauwelijks meer mogelijk. Daarmee worden regelrecht de beleidsdoelstellingen van het kansspelbeleid ondermijnd. In de Memorie van Toelichting is zelfs als een van de centrale uitgangspunten geformuleerd, ik citeer: “Een redelijke exploitatie van speelautomaten moet mogelijk worden gemaakt ten einde een vlucht in de illegaliteit te voorkomen.”
“Door de opeenstapeling van maatregelen en ontwikkelingen is een rendabele exploitatie niet of nauwelijks meer mogelijk. ”
Daan Keij
Behalve alleen maar dit soort droge cijfers hebben we het ook gekoppeld aan de verhouding tot de kansspelbelasting. Bij het opstellen van het rapport was het nog een hypothetische exercitie: wat betekent 1 procent punt verhoging van de kansspelbelasting? Dan zie je dat het een enorme impact zal hebben. Voor speelhallen betekent het 21% extra verlies.
Het is een belangrijke boodschap – ook richting de politiek – die we moeten vertellen: besef hoe die kansspelbelasting werkt. De kansspelbelasting wordt, in onze branche, als enige, geheven over de bruto-omzet, wat wezenlijk anders is dan veel andere types belasting. Alles wat erin gaat, daar gaat eerst die kansspelbelasting vanaf.




Eén procent kansspelbelastingverhoging, betekent niet één procent minder omzet voor de branche.
Daan Keij: Precies. En juist dat beeld leeft wel eens aan de overkant (in de Tweede Kamer, gevestigd aan de overkant van het gebouw waar VAN Kansspelen gezeteld is en waar dit interview plaatsvond, .red). Die lijken wel eens te denken: “Waar heb je het nou over? Een keertje een half of één procentje omhoog, is dat nou zo erg?”
Als je begrijpt hoe die belasting werkt, dan zal iedereen inzien dat een kleine verhoging al een enorme impact zal hebben.
We hebben het rapport ook opgesteld omdat we wisten dat er verkiezingen aankwamen en daarmee nieuwe Kamerleden in een nieuw kabinet. Met dit onderzoek willen we daar ook bewustzijn creëren.
In het hoofdlijnenakkoord is alsnog een verhoging van de Kansspelbelasting opgenomen van 30,5% naar 37,8%.
Daan Keij: De publicatie van het onderzoek zat heel kort voor de bekendmaking van het hoofdlijnenakkoord. Ik denk dat het nog niet tot in detail is afgewogen. We hopen dat dat nu – de komende weken, maanden – alsnog gaat gebeuren.
Je zal zien dat die kansspelbelasting verhoging eerder negatieve effecten met zich mee gaat brengen dan de beoogde € 200 miljoen die ze ermee denken extra op te gaan halen. In het KPMG-rapport is een verhoging van 1% doorgerekend, wat voor speelhallen neerkomt op 21% extra verlies.
Inmiddels hebben we ook de voorgenomen verhoging van 7,3% op dezelfde manier laten doorrekenen. Dan zie je een werkelijk desastreus beeld dat neerkomt op circa 125% extra verlies; tientallen miljoenen.
“Je kunt de illusie hebben dat als het legale circuit verkleind wordt, dat mensen dan stoppen met gokken. Maar zo is de menselijke natuur niet.”
Henry Meijdam
Henry Meijdam: Je kunt de illusie hebben dat als het legale circuit verkleind wordt, dat mensen dan stoppen met gokken. Maar zo is de menselijke natuur niet. Zolang als er mensen zijn, heeft men met elkaar gewed op uitkomsten. Dat gaat niet veranderen door iets steeds meer weg te duwen uit de legaliteit.
Wij willen een open gesprek vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Wij willen graag staan voor een rendabele sector waar een goede boterham in kan worden verdiend en die zijn legitimiteit verdient door maatschappelijk verantwoord spel aan te bieden. Dat proberen wij.
Daan Keij: Niet voor niks gebruikt Henry het woord ‘rendabele sector’. Eén van de uitgangspunten van het kansspelbeleid is de wil om de speler te kanaliseren naar legaal en veilig aanbod. Dat aanbod is er alleen als er een businesscase op te bouwen is; alleen als er een rendabele exploitatie mogelijk is. Ik denk dat het klip-en-klaar is dat dat op deze manier onhoudbaar is voor de landgebonden branche.
Een nieuw kamerlid kan wellicht denken: we hebben toch al 14 vestigingen van Holland Casino, notabene een staatsdeelneming. Waarom hebben we ook die speelautomatenhallen nog nodig?
Daan Keij: Dat kunnen ze zelf beter uitleggen, maar ook Holland Casino komt in de problemen als je dit voorstel gaat uitvoeren. Dat even terzijde.
Henry Meijdam: Je hebt verschillende klassen en niveaus bij het kansspel, net zoals bij restaurants. Niet iedereen die uit eten gaat, wil naar een driesterrenrestaurant. Sommige mensen willen een hapje doen in een eetcafé. Wij bieden de eetcafés onder de aanbieders van kansspelen. Een plek waar je op een goede en betrouwbare manier het spel kunt uitoefenen.
“Niet iedereen die uit eten gaat, wil naar een driesterrenrestaurant. Sommige mensen willen een hapje doen in een eetcafé. Wij bieden de eetcafés onder de aanbieders van kansspelen.”
Henry Meijdam
In de speelautomatenhallen word je niet geconfronteerd met een highbrow omgeving waar high stakes aan de orde zijn. Wij bieden een spel dat met minimale inzetten – € 0,20 per inworp en maximaal € 40 euro spelverlies per uur – probeert mensen iets aantrekkelijks te bieden.
Dat is overigens razend moeilijk. Omdat mensen het kansspel uitoefenen, willen ze ook graag zicht hebben op grotere prijzen. Het spel moet qua aantrekkelijkheid kunnen concurreren met alle aanbieders, ook degene die het helaas niet zo nauw nemen met wetgeving. Wij betalen op dit moment – ik geloof – 85 procent van de inworp uit. Je ziet dat we voor een aantrekkelijker spel naar een hoger uitkeringspercentage toe moeten. Dat betekent dat je omzet en klanten nodig hebt om dat waar te kunnen maken.
Die maximum inzet en het maximale verlies per uur zijn al sinds het jaar 2002 ongewijzigd. Die zijn niet gecorrigeerd voor inflatie en niet gecorrigeerd voor de inkomensstijging. Tegelijkertijd zien we de belasting dus omhoog gaan. De kosten, lonen, huur, en salarissen stijgen ook, en de zorgplicht die we van de overheid moeten uitvoeren neemt toe. Maar de inkomsten door inzet en het maximale spelverlies blijven op hetzelfde niveau. Je hoeft geen wiskundige te zijn om te zien dat hier een disbalans aan de orde is. Die disbalans moeten we herstellen als we willen zorgen dat het legale spel een plek houdt.
Daan Keij: Je hebt verschillende soorten kansspelen en ik denk dat onze branche daar een heel duidelijk onderscheidend deel van moet zijn.
Er zijn politici die van mening zijn – ofwel ideologisch, of zelfs religieus ingegeven – dat áls het überhaupt al moet worden aangeboden, het alleen maar vanuit de staat moet gebeuren. Dan heb je een ander gesprek. Dat mag je van mening zijn maar ik denk dat het onnodig is want onze branche functioneert goed. Bovendien is het denk ik zelfs onverstandig en misschien wel gevaarlijk als je dat zo gaat regelen. Je weet dat de trek naar de illegaliteit zal toenemen.
Zelfs dan mag je dat nog steeds van mening zijn, maar dan moet je een ander gesprek gaan voeren. Dan moet je doen wat de afgelopen jaren in beeld was met de boeren; ze uitkopen of gaan onteigenen. Hetzelfde heb je gezien in de pelsdierhouderij; die industrie is op een gegeven moment verboden en dat is uiteindelijk geregeld op een manier die het ondernemers ook mogelijk maakte om uit te stappen. Maar dat wordt niet gezegd, want op die manier moet er juist geld voor uitgetrokken worden in plaats van dat je denkt dat het extra geld op gaat leveren.
Henry Meijdam: Sommige mensen zeggen: je kunt toch ook online nog spelen? Maar zeker in het illegale online spel is alle grip verloren. Als je het hebt over de zorgplicht en verantwoordelijk maatschappelijk spelen, dan zijn de fysieke locaties de weg naar de toekomst.
Hoe bedoel je dat precies?
Henry Meijdam: Ik ben blij dat kansspelen online in Nederland mogelijk is, maar ik denk dat het aardige van de offline sector is dat het een avondje uit is. Het is een andere vorm van vermaak en een andere vorm van bezig zijn. Bij online staat het spel heel centraal en wij hebben meer te bieden. Wij bieden een avondje uit aan.

VAN wil dus zowel de verhoging van de kansspelbelasting voorkomen én aandacht voor de indexatie van die bedragen die ooit zijn vastgesteld?
Henry Meijdam: Het een kan niet zonder het ander. Als je in de kansspelwet aangeeft dat er een rendabele exploitatie mogelijk moet zijn, dan moet je bereid zijn om te kijken naar de cijfers zoals die nu gepresenteerd worden in het KPMG-onderzoek. Die laten zien dat elke procentpunt stijging van de kansspelbelasting leidt tot een resultaat-vermindering van 21 procent. Dat betekent dat één vijfde van je resultaat wegsmelt.
Er zijn al niet zo heel veel bedrijven meer die op dit moment zwarte cijfers draaien. Als daar nu nog eens 7,5 procent maal 20 procent bij komt, dan draait het grootste deel van de sector in het rood. Dat betekent dat de legale sector langzamerhand uit beeld gaat verdwijnen.
En dan gaan mensen illegaal gokken volgens jullie?
Daan Keij: Dan ga je in ieder geval juist minder belastingen ophalen, want er vallen belastingplichtige bedrijven om. En inderdaad; dan gaan spelers hun heil zoeken in de illegaliteit of illegaal online.
Daar bovenop krijg je ook nog eens extra maatschappelijke kosten. We hebben dat afgelopen vrijdag maar weer gezien bij een inval in Hilversum. Je moet de politie-inzet betalen en bovendien gaat illegaal gokken hand in hand met andere criminele activiteiten want er zijn daar geloof ik wapens en drugs gevonden. Structureel gezien gaat het je als overheid meer kosten dan opleveren als je dit doorzet.
“Structureel gezien gaat het je als overheid meer kosten dan opleveren als je dit doorzet.”
Daan Keij
Met een van de hoofdpunten van een aantal partijen in deze coalitie – de bestaanszekerheid en goed bestuur – kan ik het niet rijmen in ieder geval. Het valt niet uit te leggen dat als je bestaanszekerheid hoog in het vaandel hebt staan, je een legale bedrijfstak op deze manier de nek omdraait. Als je de inkomensbelasting met een kwart zou verhogen, dan kan je niet verwachten dat iedereen nog zijn hypotheek en huur kan betalen.
Henry Meijdam: De manier waarop we in Nederland belasting heffen in de kansspelsector is bijzonder. Bij een traditioneel bedrijf heb je omzet en kosten. Je trekt die kosten van die omzet af en dan houd je winst over. Over die winst betaal je belasting.
In de kansspelsector gaat het helemaal anders. Daar wordt gekeken naar hoeveel er in die automaat gaat en weer uitgaat – het bruto spelresultaat – en daarover betaal je direct 30,5% en straks wellicht 37,8% kansspelbelasting. Dan hou je een bedrag over en daarvan ga je pas al je kosten betalen. En over het bedrag dat je dan overhoudt, betaal je nog eens vennootschapsbelasting. In de kansspelsector heb je maximale kans op maximale belasting.
“In de kansspelsector heb je maximale kans op maximale belasting.”
Henry Meijdam
Zou het teruglopen van de speelautomatenbranche gelijke tred houden met het aantal verslaafden in de sector, dan zou ik er nog een ratio achter kunnen zien. Maar dat is allerminst het geval. Als je de kerncijfers verslavingszorg van LADIS van 2017 tot 2023 nog eens tegen het licht houdt, dan zie je dat het aantal personen in de verslavingszorg afneemt. Het aantal personen dat voor het eerst in behandeling komt blijft gelijk.
Je ziet in de kranten en media dat de spotlight wordt gezet op die plekken waar het misgaat. Dat is goed, want als het misgaat hoort er actie ondernomen te worden. Maar het algehele beeld van onze sector zou moeten zijn dat onze bedrijven op een verantwoordelijke en volwassen manier omgaan met kansspelverslaving.

(foto via Casino Operations Summit)
Is het dan een imagoprobleem? Dat de SP en ChristenUnie vocaal zijn op dit punt is weinig opzienbarend, maar ze vinden bijstand in andere partijen.
Daan Keij: Ik denk dat zo'n SP en zeker een ChristenUnie altijd – op z'n zachts gezegd – vraagtekens zullen blijven stellen bij het kansspel.
Met name de legalisering van online kansspelen heeft de discussie nieuw leven in geblazen. Die markt is nog amper drie jaar open dus je hebt altijd kinderziektes en nieuwe vraagstukken die oppoppen. Met name vanuit die twee partijen zijn die problemen maximaal aangegrepen om het imago van de branche verder te verslechteren.
Je ziet inderdaad dat dat ook tractie krijgt bij andere partijen dan alleen de SP en ChristenUnie. Voor een deel is dat begrijpelijk omdat je een zee van reclames zag. Tegelijkertijd wist je ook van tevoren – en is dat ook openlijk afgewogen in de besluitvorming – dat die reclames voor een deel nodig waren om mensen uit het enorme illegale online gokcircuit te trekken en naar legaal aanbod te kanaliseren.
“De bedachte maatregelen om gokken verder te beteugelen, gaan niet alleen online maar ook onze sector aan.”
Daan Keij
Sec gezien zijn wij een andere branche maar die discussie is ook op ons afgestraald natuurlijk. De bedachte maatregelen om gokken verder te beteugelen, gaan niet alleen online maar ook onze sector aan. Dan doel ik op de kansspelbelasting die al meerdere keren is verhoogd, en nu dus nogmaals omhoog kan gaan. Nu is er zelfs sprake van 7,3 procent. Voor de onderbouwing daarvan geven ze toe dat er geld nodig is voor andere dingen. Dat durven ze nog net te erkennen. Maar voor de meer inhoudelijke motivatie wordt steevast naar online verwezen.
Daar zijn trouwens een hele hoop kanttekeningen bij te plaatsen, want ik denk dat er op allerlei andere terreinen al stappen worden gezet om dat allemaal te optimaliseren rondom online. Het is al helemaal onterecht, denk ik, dat het zo afstraalt op andere branches die daar in principe niks mee te maken hebben en die goed functioneren.
Een deel van jullie leden is actief in beide branches, maar heel sec zeg je dat de landgebonden sector de dupe is van een bredere ontwikkeling waarbij online kansspelen negatieve gevoelens hebben opgeroepen.
Henry Meijdam: Ik denk dat we ervoor moeten waken dat het een discussie wordt om wie de meeste verantwoordelijkheid hier in heeft. Dat zou geen recht doen aan de online ondernemers die ook proberen op een legitieme en ordelijke wijze hun bedrijf uit te oefenen.
De basis is dat je moet accepteren dat er een menselijke behoefte is aan het uitoefenen van het kansspel. Je ziet dat in de Tweede Kamer een paar partijen – zoals Daan al zegt de SP en de ChristenUnie – in hoge mate vinden dat het kansspel als zodanig iets is, wat niet zou moeten worden beoefend. Dat is iets waarvan wij zeggen: dat is een werkelijkheid die je nooit zult kunnen omzeilen. De behoefte zal er blijven.
“Nu dreig je het kind met het badwater weg te gooien. Nu dreigt een groot deel van de landbased legale sector om zeep te worden geholpen met alle negatieve gevolgen van dien.”
Henry Meijdam
Regel het nou op een manier die recht doet aan de verantwoordelijkheid van de ondernemers, maar die ook een plek geeft aan de mensen die dat een leuk spel vinden en het leuk vinden om daar een deel van hun vrije tijd en financiële middelen aan te besteden.
Je ziet dat de bescherming van de zwakkeren in de samenleving op dit moment politiek heel erg de wind mee heeft. Wij denken dat het goed is dat je die verantwoordelijkheid een centrale rol geeft, maar dat kan alleen als ook het exploiteren van een rendabele exploitatie eenzelfde rol speelt. Het één is onlosmakelijk aan het ander verbonden. Maar nu dreig je het kind met het badwater weg te gooien. Nu dreigt een groot deel van de landbased legale sector om zeep te worden geholpen met alle negatieve gevolgen van dien.
Mag ik dit toelichten? Er is in de geschiedenis nooit zoveel verslavingsproblematiek geweest ten gevolge van alcoholverslaving, als ten tijde van de drooglegging in Amerika (). Mensen begonnen massief te drinken. Er was geen legaal kanaal meer. Daardoor zocht het zijn weg naar het diepste punt met illegale stokerijen en illegale drinkhallen. Ik gebruik dat voorbeeld vaker omdat het goed illustreert waar nu op afgestevend wordt.
Dat moeten we niet willen. We moeten er zicht op houden. We moeten het gesprek kunnen voeren in openheid en transparantie. Het perspectief moet zijn dat beide kanten – degene die het spel willen uitoefenen en diegenen die het spel willen aanbieden – daar een belang bij hebben. Dat betekent ook dat je als ondernemer nog een normaal rendement moet kunnen maken op je onderneming.
Daan Keij: De SP en ChristenUnie baseren zich vooral op de beeldvorming. Als je de voorbeelden van waar het mis gaat afpelt, dan zie je bovendien dat het vaak gaat om gevallen die zijn ontstaan in het illegale circuit. Of dat iemand ID-fraude pleegt door met het bankpasje van zijn opa aan de slag te gaan.
Dat neemt niet weg dat er ook in de legale setting fouten voorkomen, maar adresseer die dan gericht, op de plekken en momenten die zijn afgesproken en daar ook dit jaar nog alle gelegenheid toe bieden, met name de evaluatie van de wet Koa. Dan ben je beleidsmatig en doelmatig bezig. Met domweg een enorme belastingverhoging juist niet, in tegendeel.
Is een differentiatie binnen de kansspelbelasting tussen online en landgebonden iets waar jullie naar streven? Er loopt een onderzoek om te onderzoeken of er een tariefdifferentiatie voor de loterijen kan komen.
Daan Keij: De conclusie van dat onderzoek naar differentiatie tussen loterijen en de rest kan niet anders luiden dan dat die differentiatie ten gunste van loterijen er feitelijk al ruimschoots is. Er is namelijk een wezenlijk verschil in hoe de kansspelbelasting effectief wordt geheven. Bij de loterijen wordt de kansspelbelasting geheven over de uitgekeerde prijzen. Bovendien heb je daar een vrijstelling voor prijzen tot € 450. Dat is een enorm verschil ten opzichte van heffing over je bruto-omzet en zonder vrijstelling, zoals voor de speelautomatenbrache geldt. En daar komt dus ook nog eens het gegeven bij dat via automaten niet valt door te berekenen aan de consument. Die onderzoeksmotie is dus eigenlijk niet zo spannend.
Belangrijker hierin is dat de Tweede Kamer een half jaar geleden een – nota bene door de VVD ingediend en door PVV, NSC, en BBB gesteund – amendement heeft aangenomen. Daarin is besloten om de Ksb met 1% te verhogen in 2024 én om liefst per 2025 de Ksb voor de landgebonden sector te verlagen. Wat je daarvan ook vindt: het is een feit dat de Kamer hiertoe heeft besloten. Let wel: het is geen onderzoeksmotie maar een in de Kamer democratisch vastgesteld amendement, dat in uitvoering is genomen. Dat is ook voor een nieuw kabinet een formeel gegeven.
In eerste instantie heeft de staatssecretaris tijdens het debat vraagtekens geplaatst bij de uitvoerbaarheid. Later heeft hij dit in een Kamerbrief zonder kanttekeningen als uitvoerbaar beoordeeld. Het amendement is inmiddels ook in uitvoering genomen, want de Ksb is per 1 januari verhoogd. Het tweede element zal per 1 januari 2025 of in ieder geval zo snel als mogelijk moeten worden gerealiseerd. Dat is althans wat de Kamer feitelijk heeft besloten, wat je daar ook van mag vinden.
In het KPMG-rapport is naar voren gekomen dat deze per amendement vastgestelde wens van de Kamer inderdaad te realiseren is. In andere landen gebeurt het namelijk al. Dit laat overigens onverlet dat het ook voor online aanbieders een uitdaging is om extra Ksb op te hoesten, denk ik. Bij een te hoge belastingdruk, vind je ook daar geen ondernemers meer die dit bedrijf willen en kunnen uitoefenen. Illegaal gokken wint dan verder terrein. En belastinginkomsten lopen dan dus juist terug. Dit dreigt nu, zeker als men nog eens jaarlijks 200 miljoen euro extra denkt te kunnen ophalen.
Maar goed, strikt genomen heeft dat voornemen uit het Hoofdlijnenakkoord nog geen formele status in de zin van een wetsvoorstel dat is ingediend en aangenomen. Het hiervoor genoemde amendement is dat wel. Ook een nieuwe staatssecretaris heeft dat in principe uit te voeren.

(december 2023)
Maar die € 200 miljoen hebben ze nog steeds nodig.
Daan Keij: Als je € 200 miljoen extra nodig hebt en je plan is om dit op te halen bij de kansspelsector, weeg dan op z'n minst goed af of het überhaupt kan en wat er bovendien al zeer recent democratisch is besloten en afgesproken met de Kamer. Dat lijkt nog helemaal niet gedaan bij dit voorstel tijdens de coalitieonderhandelingen.
Een schone taak voor de nieuwe bewindspersonen om meteen te laten zien dat zij daadwerkelijk voor goed bestuur staan en een dergelijk voorstel eerst zorgvuldig tegen het licht houden.
Juist nu eind dit jaar relevante inzichten beschikbaar komen vanuit de evaluatie wet Koa, een onderzoek naar tariefdifferentiatie, en nu het ministerie en WODC ook mogelijkheden tot modernisering van het Speelautomatenbesluit wilden gaan onderzoeken. Breng al die inzichten nu eerst samen en besluit dan komend jaar ook wat met de Ksb te doen.
“Er wordt daar op een achternamiddag € 200 miljoen voor ingeboekt, maar als de bedrijven die die € 200 miljoen moeten gaan opbrengen omvallen, dan zit je straks geen € 200 miljoen in de plus maar jaarlijks € 500 miljoen in de min.”
Henry Meijdam
Henry Meijdam: Ik wil heel graag het Centraal Planbureau laten doorrekenen wat de verwachtingen zijn van zo’n belastingverhoging. Er wordt daar op een achternamiddag € 200 miljoen voor ingeboekt, maar als de bedrijven die die € 200 miljoen moeten gaan opbrengen omvallen, dan zit je straks geen € 200 miljoen in de plus maar jaarlijks € 500 miljoen in de min. In plaats van extra inkomsten heb je dan een extra tekort op de Rijksbegroting.
Daan Keij: Er zit een hele belangrijke verkeerde aanname in de CPB doorrekening. Daar staat namelijk in – volgens mij hebben jullie er al aandacht aan besteed – dat het een lastenverzwaring voor gezinnen betreft. Zeker voor onze branche is dat simpelweg niet het geval, want wij kúnnen het niet aan consumenten doorberekenen. Ook daar gaat het mis.
Toch nog één keer zodat ik het helder heb: staan jullie hierin zij aan zij met de brancheverenigingen voor online gokken? Of voeren jullie je eigen koers hierin?
Henry Meijdam: Ons streven is erop gericht maximaal met elkaar te blijven samenwerken en één opvatting te huldigen over het legale kansspel. Dat willen we zo lang mogelijk met elkaar volhouden.
Op het moment dat mensen met elkaar gaan trouwen, zeggen ze voor de ambtenaar van burgerlijke stand: dit is tot de dood erop volgt. En toch zie je af en toe een huwelijk omkieperen. Dat gaat hier hopelijk niet gebeuren, want wij hebben het idee dat we dit samen met elkaar uit willen rijden. Dat betekent dat we begrip moeten hebben voor elkaars problemen.
In de landgebonden sector heb je op dit moment te maken met een ander beginpunt dan in de online sector. Daar bestaat op dit moment in die sector begrip voor.
Daan Keij: We hebben een gedeeld belang maar een andere uitgangspositie. Die van ons staat in het KPMG-rapport weergegeven.
Naast alle overeenkomsten die er zijn, zijn er ook verschillen. Heel feitelijk: we hebben een hele andere kostenstructuur als landgebonden sector. Je moet een pand en personeel huren, om maar iets te noemen. Lockdowns en hogere energiekosten hebben grotere impact op een fysieke situatie enzovoort. En in de speelautomatenbranche kun je door de extra beperkingen rond inzet en maximaal gemiddeld uurverlies, die al meer dan 20 jaar niet geïndexeerd zijn, niet draaien aan de RTP en dus niets doorberekenen.
Het is logisch dat je dan een ander plaatje ziet. Die feiten worden breed onderkend. Dat neemt niet weg dat zeker zo'n verhoging van deze orde sector breed een negatieve impact heeft.

Hoe schatten jullie de kans in dat de kansspelbelasting verhoogd gaat worden naar 37,8%?
Daan Keij: Deze coalitie-onderhandelingen en de komst van een nieuw kabinet zijn sowieso ongebruikelijke procedures. In dit geval hebben ze er voor gekozen om een zogeheten hoofdlijnenakkoord af te spreken. Het is vervolgens een meer op afstand staand kabinet dat een en ander tot een uitvoerbaar regeerprogramma gaat uitwerken. Dan mag je verwachten dat zij wat meer oog hebben voor de effecten, relevante feiten, nuances, en al lopende trajecten. Aan een formatietafel is daar natuurlijk gewoon minder tijd en ruimte voor, zo valt ook wel te begrijpen.
Belangrijk nu is dat coalitiefracties de bewindspersonen enige ruimte bieden om de juiste afwegingen te maken. Met partijen die waarden als goed bestuur en rechtszekerheid uitdragen, zou je daarop moeten kunnen vertrouwen. Daar komt bij dat de nieuwe coalitie in het Hoofdlijnenakkoord geen wijzigingen in het kansspelbeleid heeft afgesproken, dus de beleidsdoelstellingen en pijlers daarvan zijn en blijven van kracht, zoals kanalisatie en de daarvoor noodzakelijke mogelijkheid tot rendabele exploitatie van legaal, gereguleerd aanbod.
Uiteindelijk staan ze op het bordes en gaan ze aan de slag met dat regeerprogramma. Min of meer parallel daaraan zullen ze al voorbereidingen moeten treffen voor Prinsjesdag, de Rijksbegroting, het belastingplan en dergelijke. Daar is volop gelegenheid om minder inhoudelijk uitgezochte punten die in het akkoord staan nog eens een keertje tegen het licht te houden, ook in relatie tot reeds genomen besluiten als dat amendement en met de Kamer afgesproken trajecten.
Gegeven het feit dat bijvoorbeeld de evaluatie van de Wet Koa in oktober wordt afgerond, met Ksb als belangrijk element, zou je die uitkomsten natuurlijk moeten betrekken. Zo is dat ook tussen regering en Kamer afgesproken. Los daarvan is het volgordelijk gewoon logisch dat te doen. De nieuwe bewindslieden zou dit najaar en komend jaar de gelegenheid moeten worden gegeven om zorgvuldig af te wegen wat het goede is om te doen.
Henry Meijdam: Wij zijn er nooit tegen dat er wordt nagedacht over een andere manier om de sector te belasten, maar je moet als overheid tegelijkertijd het gesprek faciliteren om die sector de mogelijkheid te bieden dat ergens als effect weer op te gaan verhalen. In tegenstelling tot andere sectoren hebben wij geen enkele knop waaraan we kunnen draaien. Dat betekent dat het altijd gaat ten koste van het netto rendement in de sector. Dat heeft nu zijn grens bereikt. Daar zit een kantelpunt.
“In tegenstelling tot andere sectoren hebben wij geen enkele knop waaraan we kunnen draaien. Dat betekent dat het altijd gaat ten koste van het netto rendement in de sector. Dat heeft nu zijn grens bereikt.”
Henry Meijdam
Wij willen graag in gesprek over de mogelijkheden die er zijn om te zorgen dat je als sector in staat bent dat te dragen. Dan heb je het niet alleen over de Ksb, maar ook over het speelautomatenbesluit wat tegen het licht moet worden gehouden. De maximale inworp die niet van een indexatie wordt voorzien. Het uurverlies wat aan een maximum is gebonden en wat al 20 jaar stilstaat. Dat is de knel. Wij snappen dat ze linksom of rechtsom geld nodig hebben, maar dan moeten we ook in gesprek gaan over de noden van de sector.
Daan Keij: Naast een kritische blik of dit inderdaad het geld gaat opleveren wat ze denken dat het gaat opleveren, moet er als gezegd ook gekeken worden naar hoe deze maatregel zich verhoudt tot de doelstellingen van het kansspelbeleid. Daarover lees je helemaal niks in het akkoord, maar daar heeft het natuurlijk ook zijn effect op. Om zoiets overnight door te voeren, lijkt mij heel onverstandig.
Ligt het KPMG-rapport en jullie nieuwe doorrekening inmiddels op de juiste bureaus?
Henry Meijdam: Wat heel bijzonder is, Frank, is dat de partijen die van nature een kritische blik hebben in de richting van de sector – de departementen en Kansspelautoriteit – op dit moment aangeven dat zij vinden dat dit over de grens heen gaat die de sector kan dragen.
De Kansspelautoriteit is toch waarachtig niet van nature degene die alleen maar kijkt naar de belangen van de sector, maar vooral kijkt naar de belangen van degenen die bescherming nodig hebben. Toch heeft de Ksa haar zorgen geuit en ook de departementen hebben een open oog voor onze problemen.
Het zou bestuurlijk leiderschap van de nieuwe staatssecretarissen en het kabinet vergen om een breder gesprek aan te gaan over de manier waarop die sector in staat wordt gesteld om dat bedrag op te brengen. Een jaar uittrekken om met elkaar die mogelijkheden in kaart te brengen, lijkt me realistisch.
Dan doel je op de toespraak van René Jansen van de Kansspelautoriteit en op de Ambtelijke analyse van het hoofdlijnenakkoord.
Daan Keij: Uit de stukken die openbaar zijn gemaakt rondom de formatie kan je twee dingen afleiden.
Eén: dat er maar heel summier uitvraag is gedaan vanaf de formatietafel hoe het zit met het kansspelbeleid. Dat bevestigt dat daar niet echt een inhoudelijk gesprek over heeft plaatsgevonden.
Ten tweede kun je daaruit afleiden – wat Henry ook al heeft gezegd – dat er kanttekeningen zijn geschetst vanuit Justitie en Veiligheid. En de kanttekeningen vanuit Financiën zijn ook al eerder geschetst, bijvoorbeeld tijdens het Kamerdebat over het Belastingplan vorig jaar. Toen die 1 procent werd voorgesteld heeft staatssecretaris Van Rij dit nadrukkelijk afgeraden en heel terecht aangegeven: we hebben al één van de hoogste kansspelbelastingen van heel Europa, alleen Griekenland zit nog wat hoger. De rek is er wat dat betreft uit.
Vanuit de voorzitter van de AGOG zijn persoonlijk trouwens ook al vraagtekens geplaatst bij dit voornemen. Überhaupt zie je vanuit de preventiehoek die geluiden. Zelfs de politie heeft nogmaals expliciet gecommuniceerd rondom de inval van afgelopen vrijdag wat de nadelen van illegaal gokken zijn. RTV Oost heeft trouwens ook met een item onderstreept dat illegaal gokken een serieus en reëel probleem is, wat je niet zou moeten willen aanwakkeren door het gereguleerde aanbod om zeep te helpen.
Het is dus niet zo dat we vanaf een eilandje staan te roepen.

Is de VAN Kansspelen en de markt zelf sterk genoeg om hier een duidelijk signaal tegen af te geven? Wat verwachten jullie dat er gedaan wordt met jullie kritiek?
Henry Meijdam: Laat ik eerlijk zijn: het proces is in de afgelopen jaren buitengewoon onvoorspelbaar gebleken. Het maatschappelijk sentiment in de richting van onze sector is niet positief van aard, om het maar voorzichtig uit te drukken.
“Het maatschappelijk sentiment in de richting van onze sector is niet positief van aard, om het maar voorzichtig uit te drukken.”
Henry Meijdam
Ik denk dat wij door moeten gaan met het rustig duidelijk maken wat de consequenties zijn van de voorgenomen belastingverhoging. En we moeten blijven benadrukken dat wij als sector niet weglopen voor de verantwoordelijkheid om een verantwoord spel aan te bieden.
Wij zoeken de samenwerking met de regering, maar we moeten blijven benadrukken dat de grens van het haalbare is bereikt. Dat betekent dat als er nu door wordt gedrukt op nog verdergaande lastenverhogingen, dat dat uiteindelijk zal betekenen dat de grip van de overheid op die sector alleen maar minder zal worden. Als de hoeveelheid geld die aan gokken wordt besteed nog steeds wordt besteed, maar er is geen legale sector meer, dan kun je drie keer raden waar dat geld eindigt.
Hoe kijken jullie aan tegen suggesties van enkele politieke partijen om belangenbehartiging vanuit de sector in te perken?
Daan Keij: Het belangrijkste is dat je beleidswensen en beleid baseert op feiten en cijfers. Ik denk dat er dan niemand tegen kan zijn dat die feiten en cijfers aan het licht komen en onder de aandacht worden gebracht. Zeker bij dit soort ingrijpende voorstellen, moet alles goed afgewogen worden.
Ik denk dat we wat dat betreft dit jaar een goede weg zijn ingeslagen met het rapport. Ik snap niet waarom je daar tegen zou kunnen zijn. Als wij rare dingen verkondigen of op vreemde manieren onze informatie over het voetlicht willen brengen, dan snap ik daar de aversie tegen. Maar dat is helemaal niet aan de orde. We doen het netjes op basis van rapporten en dialoog.
Henry Meijdam: Ik heb het grootste deel van mijn leven in het openbaar bestuur doorgebracht. Ik ben gedeputeerde geweest en ben burgemeester geweest. Er is geen haar op mijn hoofd die eraan zou denken me hieraan te verbinden als ik het idee had dat ik met een stelletje halve criminelen in zee zou gaan. Ik wil met een ordelijke branche in zee, die op een nette manier zaken doet en daar een boterham mee kan verdienen. En dat willen onze leden ook!
“Ik ben gedeputeerde geweest en ben burgemeester geweest. Er is geen haar op mijn hoofd die eraan zou denken me hieraan te verbinden als ik het idee had dat ik met een stelletje halve criminelen in zee zou gaan.”
Henry Meijdam
Ik strijd hiervoor, maar daar is ruimte voor de sector en samenwerking met de overheid voor nodig. Die wil ik zoeken met elkaar. Dat is de reden dat ik zeg: alsjeblieft, ga nu niet in een opwelling die belasting verder verhogen voordat wij in een gesprek met elkaar hebben gekeken wat de mogelijkheden en beperkingen zijn en hoe we een werkbaar handelingsperspectief kunnen creëren.
Is uitsluitend de verhoging van de Kansspelbelasting debet aan de situatie waarin jullie branche nu verkeert?
Daan Keij: We zeggen niet dat deze situatie alleen maar door die kansspelbelasting komt. Het is een opeenstapeling van ontwikkelingen en overheidsmaatregelen van de afgelopen vijf jaar. We willen niet met de vinger wijzen, maar werken aan realistische oplossingen die recht doen aan ieders belang.
We hebben het al over de COVID-lockdowns gehad. Net als andere branches zijn onze bedrijven nog bezig met het terugbetalen van belastingen en dergelijke.
Enkele jaren geleden is er een extra zorgplicht opgelegd met Cruks. Dat was juist een beweging vanuit de overheid die het kansspelbeleid onderstreept. Maar ook dat heeft wel veel geld gekost.
Het is een opeenstapeling die deze situatie maakt. Maar twee jaar op rij die kansspelbelastingverhoging daar nog eens bovenop, en nu dit voornemen om de Ksb naar 37,8% te brengen… De belasting is wel de belangrijkste reden dat het slecht met de markt gaat.
Foto's met dank aan Casino Operations Summit en VAN Kansspelen.