Is minister Weerwind bereid om via een wetsvoorstel de legalisering van online kansspelen terug te draaien? Dit is een van de vragen die gesteld is naar aanleiding van de kosten-batenanalyse die een maand geleden werd gedeeld. Kamerleden dienden deze week hun vragen en opmerkingen in over het rapport waarbij meerdere politieke partijen hun twijfels uitten over de nauwkeurigheid van de cijfers.
Begin september deelde de minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, de kosten-batenanalyse kansspelen met de Tweede Kamer. De fracties kregen een maand de tijd om vragen en opmerkingen over het rapport te verzamelen. Op donderdag 5 oktober konden de Kamerfracties hun vragen en opmerkingen indienen voor het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid.
Veel van de vragen richten zich op op de verslavingsproblematiek, het preventiebeleid, en de eventuele aanscherping van de regels voor gokbedrijven. Zo roepen meerdere partijen op om het beleid meer te richten op preventie, maar er zijn ook partijen die verder gaan en spreken over de situatie waarin online kansspelen niet meer legaal zijn.
Wat vind je hier?

VVD: zorgen over de sportsector
Het is de leden van de VVD-fractie opgevallen dat er in het onderzoek duidelijk onderscheid is gemaakt tussen de risicovolle en risicoarme kansspelen. In de kosten-batenanalyse komt naar voren dat de maatschappelijke kosten van bijvoorbeeld loterijen beperkt zijn, maar dat de baten groot zijn door de afdracht aan goede doelen en de sportsector.
Twee maanden na de opening van de legale online kansspelmarkt diende Rudmer Heerema een motie in om het onderscheid tussen risicovolle en risicoarme kansspelen te verankeren. Volgens de leden van de VVD wordt dit nog altijd onvoldoende gewaarborgd ondanks dat de motie destijds werd aangenomen. Zij vragen de minister of het risicoprofiel van het kansspel centraler gesteld kan worden bij het ontwikkelen van toekomstig beleid.
Verder richt de VVD zich opnieuw op de sportsector en het eventueel verhogen van de kansspelbelasting. De partij wijst erop dat de afdracht aan de sportsector lager wordt zodra de kansspelbelasting wordt verhoogd. Een verhoging van de kansspelbelasting zou volgens de VVD ‘desastreus uitpakken’ voor de sector. Zij vragen de minister hoe hij ervoor gaat zorgen dat de afdrachten aan de sport op hetzelfde niveau zullen blijven.
Tot slot wil de partij van de minister horen hoe de uitkomsten van de kosten-batenanalyse zullen worden meegenomen in de ontwikkeling van toekomstig beleid.

D66: nadruk op preventie
De leden van D66 richten zich vooral op het preventiebeleid, kansspelverslaving en de gevolgen daarvan. Zij willen van minister Weerwind weten welke maatregelen hij geschikt acht om de verslavingscijfers in Nederland omlaag te brengen. Hierbij vragen zij de minister om specifiek in te gaan op het opstellen van richtlijnen met betrekking tot onder andere de zorgplicht, speellimieten en een verdergaand reclameverbod. De Kamerleden willen weten hoe de nadruk meer gelegd gaat worden op preventie in het kansspelbeleid.
In de kosten-batenanalyse wordt onder andere gekeken naar de kosten die kansspelverslaving met zich meebrengt. Het is echter in veel gevallen lastig om de precieze oorzaak bij een schuldhulptraject te achterhalen. Dit heeft ermee te maken dat andere factoren, zoals financiële laaggeletterdheid, ook meespelen. De D66-leden willen van Weerwind weten wat hij gaat doen om dit op te lossen.
Zowel in de kosten-batenanalyse als in het rapport van de Nationaal Rapporteur Verslavingen worden meerdere aanbevelingen gedaan. De Kamerleden vragen zich af of de minister al enkele van deze aanbevelingen zal gaan opvolgen of dat hij zal wachten tot de evaluatie van de Wet Kansspelen op afstand, die gepland staat in 2024, heeft plaatsgevonden. Mocht de minister al van plan zijn enkele aanbevelingen op te volgen, dan wil de D66-fractie graag horen welke aanbevelingen dit zijn.

CDA: averechts effect bereikt met Wet Koa
Volgens het CDA moet er snel gehandeld worden om te voorkomen dat meer gokkers ‘verstrikt raken in de verslavende wereld van het online gokken‘. De leden van het CDA stellen dat een averechts effect is bereikt met de Wet Kansspelen op afstand: meer gokkers, meer verslavingen, en meer schulden. Volgens hen moet het beleid rondom online kansspelen worden herzien.
In de kosten-batenanalyse komt naar voren dat de baten van online kansspelen de kosten overstijgen. Het CDA is benieuwd of dit anders zou zijn als online kansspelen niet legaal zouden zijn. Zij vragen dan ook aan de minister of de kosten de baten zouden overstijgen als de Wet Koa nooit was ingevoerd.
Verder wil de CDA-fractie dat de onduidelijkheden uit de kosten-batenanalyse alsnog worden onderzocht. Er ontbreekt informatie om bepaalde maatschappelijke kosten van kansspelen goed in kaart te brengen. De leden vragen of dit alsnog inzichtelijk gemaakt kan worden:
“De leden van de CDA-fractie lezen dat een aantal kanttekeningen wordt gemaakt bij de indicatieve beelden van de kostenbaten-analyse, met name dat er sprake is van ontbrekende informatie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij witwassen en ondermijning. Deze leden vragen of de minister deze informatie alsnog inzichtelijk kan maken, zodat een compleet beeld verkregen kan worden van de kosten en baten. Zo nee, waarom niet?”
Citaat uit de vragen van het CDA

GroenLinks / PVDA: aantal vergunningen online kansspelen terugbrengen
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties noemen de financiële baten voor de overheid in het rapport ondergeschikt aan de gevolgen van bijvoorbeeld kansspelverslaving. Zij zien dan ook het liefst dat de zorgplicht van online aanbieders verder wordt aangescherpt. Daarnaast zijn zij benieuwd naar de visie van de minister over een maximale inzet per speler per week. Weerwind liet deze zomer al weten dat er een verplichte speellimiet zal komen. Echter, op welke wijze deze vorm zal krijgen is momenteel nog niet bekend.
Tot slot kijken de Kamerleden met een kritische blik naar de baten in de analyse. Deze worden voor een groot deel bepaald door het consumentensurplus. Deze wordt gebaseerd op de betalingsbereidheid van consumenten. Als consumenten bereid zijn om meer geld uit te geven aan online gokken dan zij daadwerkelijk uitgeven, dan wordt het verschil het consumentensurplus genoemd. Deze dragen aanzienlijk bij aan de baten van kansspelen.
De Kamerleden twijfelen over de nauwkeurigheid van deze berekening. Zij denken namelijk dat veel gokkers niet goed in kunnen schatten hoeveel zij bereid zijn te betalen voor online kansspelen. Volgens hen is er niet altijd voldoende kennis aanwezig over de winstkansen en de risico’s waardoor deze betalingsbereidheid niet goed ingeschat kan worden. En als dat het geval is, dan is de vraag van de Kamerleden of het consumentensurplus wel zo nauwkeurig is:
“Hebben zij wel genoeg kennis over de winstkansen van hun deelname of genoeg kennis van de risico’s op verslaving? Immers, zo menen deze leden, mocht dat niet het geval zijn dan is de keuze om aan een kansspel deel te nemen niet op goede gronden genomen en vallen de feitelijke baten wellicht lager uit dan in het geval er wel sprake was van een goed geïnformeerde en rationeel handelende deelnemer. Kan de minister hier nader op ingaan? Wat zegt dat over de uitkomst van de door de onderzoekers genoemde baten voor consumenten?”

SP: kosten van kansspelen onderschat
Ook vanuit de SP-fractie wordt kritisch gekeken naar de kosten-batenanalyse. Met name over de kant van de kosten die kansspelen met zich meebrengen bestaan twijfels bij de Kamerleden. Zij vragen zich af of de totale kosten van kansspelen niet onderschat worden, omdat veel zaken niet gekwantificeerd konden worden vanwege ontbrekende gegevens. Daarnaast vragen zij zich af of er wel voldoende rekening is gehouden met de omgeving van de probleemgokker. Daar bestaat immers ook leed en ook dat brengt kosten met zich mee.
Ook de SP houdt gemengde gevoelens over aan het consumentensurplus. Zij vragen de minister of hij het consumentensurplus een ‘wenselijke opbrengst’ vindt, omdat dit juist gaat over wat er wordt verdiend aan de gokkers. Dat deze ‘opbrengsten’ vervolgens tegenover de, volgens de SP te laag ingeschatte, kosten van verslavingszorg worden gezet zou ‘appels met peren vergelijken zijn‘.
Tot slot vraagt ook de SP-fractie om de effecten te kwantificeren, maar gaat wel een stap verder dan de andere fracties. Zij willen de effecten namelijk kwantificeren per leeftijdscategorie, om meer inzicht te krijgen in deze kosten. Wel roept de SP al op om extra investeringen in de verslavingszorg te overwegen.

ChristenUnie / SGP: meer inzicht krijgen in relatie gokproblematiek en zelfdoding
De leden van de ChristenUnie- en SGP-fractie willen allereerst weten of de minister contact heeft gehad met lobby-organisaties die werken voor de gokbedrijven, of de gokbedrijven zelf. Indien dat het geval was, willen zij van de minister horen in hoeverre dit invloed heeft gehad op het onderzoek en de kabinetsreactie.
Verder grijpen de Kamerleden een gegeven uit het rapport van de Nationaal Rapporteur Verslavingen aan: naar schatting vonden er in ons land 107 zelfdodingen door gokkers plaats in 2019. Zij vinden dat er meer oog moet zijn voor het aantal jongeren dat deelneemt aan de meer verslavende vormen van gokken.
Zij vragen de minister om een ‘diepgaande reflectie’ van het kansspelbeleid waarbij oog is voor de gokkende jongeren en de invloed die dit kan hebben op de ontwikkelingen van het aantal zelfdodingen door gokkers. Er zou volgens de Kamerleden meer onderzoek gedaan moeten worden naar de relatie tussen gokproblematiek en zelfdoding.
Ook hebben de ChristenUnie en SGP hun twijfels bij het consumentensurplus. Zij vragen zich af of het consumentensurplus ook wordt berekend bij een gokverslaafde die bereid was om nog meer geld te vergokken dan hij of zij nu al heeft gedaan. Daarbij willen zij van de minister weten of hij enig ongemak voelt bij het feit dat de baten bestaan uit dit consumentensurplus en de inkomsten die de overheid haalt uit gokkers.
De leden richten zich met hun vragen echter niet alleen maar op online kansspelen. Net als in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie is ook hierin aandacht voor de loterijen. Zij herhalen de punten uit het programma zoals het verhogen van de verplichte afdracht naar 90% en willen weten wat de minister van deze voorstellen vindt.
Terugdraaien van de Wet Kansspelen op afstand
Sinds de invoering van het Besluit Orka zien de fractieleden een bijzondere ontwikkeling waar zij hun zorgen over uiten. De online gokbedrijven mogen sinds 1 juli geen reclame meer maken op televisie en kiezen daarom voor nog wel toegestane opties zoals programmasponsoring. In de monitoringsrapportage van de Kansspelautoriteit is een stijging van het aantal programma’s dat gesponsord wordt door online casino’s. De ChristenUnie en SGP vragen zich af wat de minister vindt van deze ontwikkeling:
“Wat vindt de minister ervan dat de markt op deze manier weer regels probeert te omzeilen? Is het passend dat programma’s op de publieke omroep door gokbedrijven worden gesponsord?”
De partijen sluiten af met een direct en vergaand verzoek. Zij willen weten of de minister bereid is om een wetsvoorstel in te dienen die de legalisering van online kansspelen terugdraait. Eerder liet CU-partijleider Mirjam Bikker al weten dat naar haar mening de legalisering van online kansspelen was mislukt.
Partners
CasinoNieuws.nl heeft overeenkomsten met aanbieders van online kansspelen en gebruikt hiervoor affiliate-links. Als u via zo’n link een account aanmaakt, dan krijgen wij daar een commissie voor, zonder extra kosten voor u. Onze partners hebben geen invloed op de redactionele inhoud en reviews van CasinoNieuws.